Als leidmotief hanteren we: respect voor de mens achter de dementie.
De uitdaging bij dementie is: “de-mens-zien”. Respect voor het geleefde leven en voor de persoon die achter de “stoornis” schuilgaat. We streven ernaar om de persoon met dementie zoveel en zolang als mogelijk actief bij het gesprek en de besluitvorming te betrekken.
Gezien de aard en het veranderingsproces van de ziekte is dit in wisselende en afnemende mate mogelijk. Als maatschappelijk werker of als hulpverlener moet je dan ook steeds aftasten in welke fase de persoon zich bevindt en bepalen wat de aard en de doelstelling is van je contact met de persoon met dementie.
“Je moet telkens aftoetsen of er nog contact mogelijk is. Iedere situatie is anders. Iedere keer opnieuw moet je de oefening maken welk contact nog mogelijk is.” (Intervisie 24/11/2015 Waregem)
In de beginfase van de dementie, is het nog mogelijk dat de persoon met dementie actief deelneemt aan het gesprek, emoties en beleving uit, informatie opneemt, voorkeuren uitspreekt, samen tot een beslissing komt. Het is belangrijk om het gesprekstempo van de persoon met dementie te volgen.
Bij matige dementie zijn er nog diverse vormen van contact mogelijk, maar het vermogen om actief te participeren in besluitvorming over toekomstige stappen in de zorg- en hulpverlening neemt af. Het uitspreken van beleving, het aangeven van voorkeuren, … begint zich te beperken tot concrete, alledaagse zaken. Tegelijk zijn er nog tal van aanknopingspunten voor contact, vooral via empathie, meegaan in de beleving, nabijheid en lichamelijk contact.
Als de persoon in de fase van ernstige of verzonken dementie is, dan zoeken we eerder een “klein contact” in functie van geruststelling, respectvolle omgang en mensgericht contact. Bijvoorbeeld: goeiedag zeggen bij binnenkomen, aanraken en oogcontact maken, de naam noemen en een kort praatje maken, non-verbaal aandacht geven (knikken, glimlachen, …) en bij het weggaan ook duidelijk verbaal en non-verbaal afscheid nemen.
De uitdaging bij dementie is: “de-mens-zien”. Respect voor het geleefde leven en voor de persoon die achter de “stoornis” schuilgaat. We streven ernaar om de persoon met dementie zoveel en zolang als mogelijk actief bij het gesprek en de besluitvorming te betrekken.
Gezien de aard en het veranderingsproces van de ziekte is dit in wisselende en afnemende mate mogelijk. Als maatschappelijk werker of als hulpverlener moet je dan ook steeds aftasten in welke fase de persoon zich bevindt en bepalen wat de aard en de doelstelling is van je contact met de persoon met dementie.
“Je moet telkens aftoetsen of er nog contact mogelijk is. Iedere situatie is anders. Iedere keer opnieuw moet je de oefening maken welk contact nog mogelijk is.” (Intervisie 24/11/2015 Waregem)
In de beginfase van de dementie, is het nog mogelijk dat de persoon met dementie actief deelneemt aan het gesprek, emoties en beleving uit, informatie opneemt, voorkeuren uitspreekt, samen tot een beslissing komt. Het is belangrijk om het gesprekstempo van de persoon met dementie te volgen.
Bij matige dementie zijn er nog diverse vormen van contact mogelijk, maar het vermogen om actief te participeren in besluitvorming over toekomstige stappen in de zorg- en hulpverlening neemt af. Het uitspreken van beleving, het aangeven van voorkeuren, … begint zich te beperken tot concrete, alledaagse zaken. Tegelijk zijn er nog tal van aanknopingspunten voor contact, vooral via empathie, meegaan in de beleving, nabijheid en lichamelijk contact.
Als de persoon in de fase van ernstige of verzonken dementie is, dan zoeken we eerder een “klein contact” in functie van geruststelling, respectvolle omgang en mensgericht contact. Bijvoorbeeld: goeiedag zeggen bij binnenkomen, aanraken en oogcontact maken, de naam noemen en een kort praatje maken, non-verbaal aandacht geven (knikken, glimlachen, …) en bij het weggaan ook duidelijk verbaal en non-verbaal afscheid nemen.
- Geef (bij huisbezoek) voorkeur aan een gesprek waarbij de persoon met dementie deelneemt, samen met jou en de mantelzorger(s); als dit niet lukt, vermijd dan dat je met je rug naar de persoon met dementie zit
- Vermijd om “over het hoofd van de persoon met dementie” te spreken; betrek de persoon met dementie zoveel mogelijk bij het gesprek (verbaal en non-verbaal, rekening houdend met zijn/haar mogelijkheden)
- Er is vaak meer contact en uitwisseling mogelijk dan we op het eerste gezicht denken: een oogopslag, de naam noemen, een eenvoudige vraag, een simpele glimlach, een kleine aanraking (maar stem je af op wat de persoon graag heeft en wat zijn/haar grenzen zijn), … wees creatief en vooral: stel je hart open
- In alle geval: bij het binnenkomen en bij het weggaan, is het goed om een moment van contact met de persoon met dementie in te bouwen
- Soms hebben mensen geen ziekte-inzicht of is er sprake van ontkenning. Je kunt deze mensen ondersteunen door samen met hen woorden of beelden te zoeken die hun beleving weergeven, bv. “er is een monster in mijn hoofd …”
- Het is duidelijk dat bij een huisbezoek bijna altijd sprake is van een driehoekssituatie. Ook de mantelzorger is aanwezig en dat heeft een onmiskenbare invloed op jouw contact met de persoon met dementie
- Het is goed om te beseffen: als je op huisbezoek gaat word je in feite geconfronteerd met twee hulpvragers: de persoon met dementie en de mantelzorger. Beiden hebben noden en behoeften en deze kunnen onderling erg verschillen. Daarom is het belangrijk om ook voldoende aandacht te geven aan de ondersteuning van de mantelzorger. Soms is het nuttig om de mantelzorger ook afzonderlijk te spreken (bv. op kantoorbezoek) zodat hij/zij vrijuit kan spreken over zijn eigen zorgen, ervaringen en noden. Meer informatie vind je bij meervoudig gericht zijn.
- “Als we op huisbezoek gaan, wordt de persoon met dementie soms te weinig betrokken, waardoor die onrustig kan worden.” (Intervisie 17/11/2015 Brugge)
- “Ik heb nu meer aandacht voor het betrekken van de persoon met dementie, als ik op huisbezoek ga.” (Intervisie 24/11/2015 Kortrijk)
- “Op het einde van het huisbezoek een hand geven, een schouderklopje, oogcontact, … kan heel veel effect hebben.” (Intervisie 24/11/2015 Waregem)
- “Ga creatief op zoek naar iets om de aandacht van de persoon met dementie wakker te maken.” (Intervisie 24/11/2015 Waregem)