Houvast 7: Een huisbezoek komt nooit alleen …
“ Blijvend contact houden, zonder op te dringen.“ “De aanhouder wint …”
(Uit: intervisie-sessie Kortrijk, 19/01/2016)
We verwijzen hier terug naar de cirkel waarin “proactief”, “reactief” en “opvolgen”, mekaar aanvullen. (zie tekst visie en basishouding …). We staan even stil bij het opstarten van een huisbezoek, het afronden en het opvolgen.
Voorafgaand aan het huisbezoek, is het goed om enige voorbereiding te doen. Verzamel de info die reeds beschikbaar is: welke voorkennis kun je halen uit de aanmelding, via andere hulpverleners, via familie, ... Weet je of er een diagnose is gesteld of (nog) niet en of deze diagnose meegedeeld werd? Weet je of er al of niet een taboe is bij cliëntsysteem om over dementie te spreken?
Vraag je af wat je belangrijkste doel(en) is (zijn) (zie: houvast 1: kleine stappen zetten)
Overloop in gedachten de pistes, uitdagingen en weerstand waar je voor kan komen te staan …
Maak de afweging of een huisbezoek op dit moment de beste aanpak is. Het is soms goed om aan te dringen om op huisbezoek te mogen komen. Anderzijds is een huisbezoek niet altijd de beste aanpak: een kantoorgesprek of telefoon kan interessant zijn als je de mantelzorger alleen wil spreken.
Verzorg je introductie. Zorg dat je weet hoe je jezelf kunt voorstellen en hoe je de aanleiding voor je komst helder en eenvoudig kunt toelichten. Soms is er argwaan … stem je daar op af, maar blijf vriendelijk en vasthoudend.
Bij het einde van het huisbezoek, zorg je voor goede afronding en opvolging:
De “vinger aan de pols” houden en niet wachten tot er zich een probleem of crisis voordoet, is ook een belangrijke aanbeveling die uit de intervisies naar voor komt.
Het huisbezoek is geen eindpunt en lost ook niet alle problemen in één keer op. In sommige situaties is het wenselijk om daadwerkelijk “aanklampend” te werken.
“ Blijvend contact houden, zonder op te dringen.“ “De aanhouder wint …”
(Uit: intervisie-sessie Kortrijk, 19/01/2016)
We verwijzen hier terug naar de cirkel waarin “proactief”, “reactief” en “opvolgen”, mekaar aanvullen. (zie tekst visie en basishouding …). We staan even stil bij het opstarten van een huisbezoek, het afronden en het opvolgen.
Voorafgaand aan het huisbezoek, is het goed om enige voorbereiding te doen. Verzamel de info die reeds beschikbaar is: welke voorkennis kun je halen uit de aanmelding, via andere hulpverleners, via familie, ... Weet je of er een diagnose is gesteld of (nog) niet en of deze diagnose meegedeeld werd? Weet je of er al of niet een taboe is bij cliëntsysteem om over dementie te spreken?
Vraag je af wat je belangrijkste doel(en) is (zijn) (zie: houvast 1: kleine stappen zetten)
Overloop in gedachten de pistes, uitdagingen en weerstand waar je voor kan komen te staan …
Maak de afweging of een huisbezoek op dit moment de beste aanpak is. Het is soms goed om aan te dringen om op huisbezoek te mogen komen. Anderzijds is een huisbezoek niet altijd de beste aanpak: een kantoorgesprek of telefoon kan interessant zijn als je de mantelzorger alleen wil spreken.
Verzorg je introductie. Zorg dat je weet hoe je jezelf kunt voorstellen en hoe je de aanleiding voor je komst helder en eenvoudig kunt toelichten. Soms is er argwaan … stem je daar op af, maar blijf vriendelijk en vasthoudend.
Bij het einde van het huisbezoek, zorg je voor goede afronding en opvolging:
- Informatie / folders achterlaten
- Bereikbaarheid / beschikbaarheid doorgeven
- Afspraken voor opvolging, zo mogelijk al meteen inplannen in je agenda
De “vinger aan de pols” houden en niet wachten tot er zich een probleem of crisis voordoet, is ook een belangrijke aanbeveling die uit de intervisies naar voor komt.
Het huisbezoek is geen eindpunt en lost ook niet alle problemen in één keer op. In sommige situaties is het wenselijk om daadwerkelijk “aanklampend” te werken.