​Dementie in een vroeg stadium detecteren is belangrijk voor de behandeling en de ondersteuning van de persoon met dementie en zijn omgeving. Een correcte diagnose is de start van een aangepaste behandeling en begeleiding. Men kan dan tijdig gepaste maatregelen nemen om beter met de dementie te kunnen omgaan. Een goede diagnose wordt gesteld door de specialist (neuroloog, geriater, internist) of  door de geheugenkliniek. Informatie over de diagnosestelling vind je op de website www.dementie.be

In principe gaan mensen eerst naar hun huisarts. De huisarts verwijst hen door naar de gespecialiseerde diensten voor uitgebreid onderzoek. Dit onderzoek verloopt in diverse stappen en neemt wat tijd in beslag. Het is belangrijk mensen te motiveren om alle stappen te doorlopen.
​
De huisarts heeft de taak om dementie bespreekbaar te stellen bij de cliënt en zijn mantelzorger. Hij geeft uitleg over het ziekteproces en volgt de behandeling op. Uit de praktijk komt naar voor dat niet alle huisartsen dementie tijdig herkennen. Soms wordt niet tijdig doorverwezen naar gespecialiseerde diensten.
Tips & aandachtspunten
  • Informeer de cliënt en de mantelzorger over de mogelijkheden en stappen om tot een diagnose te komen
  • Motiveer om de huisarts, de geriater, de neuroloog, de geheugenkliniek, … te raadplegen.
  • Ondersteun hen om de volledige diagnose-procedure te doorlopen. Diverse onderzoeken, testen en gesprekken nemen tijd in beslag. Ondersteun de zoektocht naar een goede diagnose
  • Eventueel kan men met goedkeuring van de cliënt, contact opnemen met de huisarts, ter ondersteuning.
  • Als maatschappelijk werker kan/mag men geen diagnose stellen of meedelen. We kunnen enkel dementie benoemen als een arts de diagnose gesteld heeft.