Houvast 3 : Meervoudig gericht zijn
“Ik besef dat ik mij meestal laat inpalmen door de mantelzorger en zijn noden en gemakkelijk de persoon met dementie over het hoofd zie.”
(Intervisie-sessie Kortrijk, 24/01/2016)
Probeer zowel de persoon met dementie als de mantelzorger te betrekken. Het huisbezoek is de plaats bij uitstek om beiden te ontmoeten en hun onderling interactiepatroon te leren kennen. Je aandacht verdelen en beide partijen bewust horen en actief polsen, is de boodschap.
Als je op huisbezoek gaat krijg je eigenlijk te maken met twee hulpvragers ! Zowel de persoon met dementie als de mantelzorger hebben nood aan ondersteuning (en deze noden kunnen onderling erg verschillen). Er zijn dus in feite 2 hulpvragen!
Maak bij elk huisbezoek contact met de persoon met dementie. Natuurlijk hangt de aard en diepgang van dit contact af van de mate van dementie, maar laat je niet te snel van de wijs brengen. Misschien wil de mantelzorger je duidelijk maken hoe erg het wel is met de persoon met dementie. Of omgekeerd: de mantelzorger wil misschien juist laten blijken hoe goed het nog wel gaat. Maar het loont altijd de moeite om contact te maken en ook de persoon met dementie te leren kennen.
Aan de andere kant is het ook nodig om voldoende contact te maken met de mantelzorger: ook hij/zij heeft noden en vragen die gehoord moeten worden. Als dit niet lukt tijdens het huisbezoek, kan het interessant zijn om de mantelzorger ook afzonderlijk te kunnen spreken (bv. op kantoor).
Tijdens het huisbezoek is het – in de mate van het mogelijke – aangewezen om de persoon met dementie erbij te laten zitten en te betrekken in het gesprek. Zo creëer je bewust de driehoek en wordt deze ook zichtbaar en voelbaar voor de 3 partijen. Op deze manier kun je (nu en dan, in de loop van het gesprek) ook de mening of beleving van de persoon met dementie bevragen. Ook vermijd je op deze manier argwaan. Over het hoofd van de persoon met dementie spreken, terwijl hij/zij dit hoort, is niet respectvol.
Natuurlijk kan het ook zijn dat de persoon met dementie in een verzonken fase zit en dat een gesprek met 3 partijen niet meer mogelijk is. Deze inschatting moet je als maatschappelijk werker zelf maken. In feite moet je telkens “detectivewerk” doen: aftasten wat mogelijk is … iedere situatie is nieuw.
Uit de intervisies komen volgende nuanceringen naar voor, afhankelijk van de fase van dementie:
“Ik besef dat ik mij meestal laat inpalmen door de mantelzorger en zijn noden en gemakkelijk de persoon met dementie over het hoofd zie.”
(Intervisie-sessie Kortrijk, 24/01/2016)
Probeer zowel de persoon met dementie als de mantelzorger te betrekken. Het huisbezoek is de plaats bij uitstek om beiden te ontmoeten en hun onderling interactiepatroon te leren kennen. Je aandacht verdelen en beide partijen bewust horen en actief polsen, is de boodschap.
Als je op huisbezoek gaat krijg je eigenlijk te maken met twee hulpvragers ! Zowel de persoon met dementie als de mantelzorger hebben nood aan ondersteuning (en deze noden kunnen onderling erg verschillen). Er zijn dus in feite 2 hulpvragen!
Maak bij elk huisbezoek contact met de persoon met dementie. Natuurlijk hangt de aard en diepgang van dit contact af van de mate van dementie, maar laat je niet te snel van de wijs brengen. Misschien wil de mantelzorger je duidelijk maken hoe erg het wel is met de persoon met dementie. Of omgekeerd: de mantelzorger wil misschien juist laten blijken hoe goed het nog wel gaat. Maar het loont altijd de moeite om contact te maken en ook de persoon met dementie te leren kennen.
- Ook “subtiele” vormen van contact en communicatie kunnen al veel betekenen: een blik, een toenadering, een glimlach, …
- Heb aandacht voor de “afstemming” en de juiste “afstand/nabijheid” die aansluit bij de persoon met dementie
- Het kan helpen om eerst even contact te maken met de rust in jezelf
- Voor meer tips: zie … omgang met persoon met dementie
Aan de andere kant is het ook nodig om voldoende contact te maken met de mantelzorger: ook hij/zij heeft noden en vragen die gehoord moeten worden. Als dit niet lukt tijdens het huisbezoek, kan het interessant zijn om de mantelzorger ook afzonderlijk te kunnen spreken (bv. op kantoor).
- De mantelzorger maakt een eigen (rouw)proces door, en kan in het verwerkingsproces op een ander punt zitten dan de persoon met dementie
- De mantelzorger is de “steunpilaar” om de thuiszorg draaiende te houden; ondersteuning van de mantelzorger is dus cruciaal
- De mantelzorger ervaart vaak een disbalans tussen geven en nemen; het geven van erkenning is dan ook erg belangrijk
- Voor meer tips: zie … mantelzorger als spilfiguur
Tijdens het huisbezoek is het – in de mate van het mogelijke – aangewezen om de persoon met dementie erbij te laten zitten en te betrekken in het gesprek. Zo creëer je bewust de driehoek en wordt deze ook zichtbaar en voelbaar voor de 3 partijen. Op deze manier kun je (nu en dan, in de loop van het gesprek) ook de mening of beleving van de persoon met dementie bevragen. Ook vermijd je op deze manier argwaan. Over het hoofd van de persoon met dementie spreken, terwijl hij/zij dit hoort, is niet respectvol.
Natuurlijk kan het ook zijn dat de persoon met dementie in een verzonken fase zit en dat een gesprek met 3 partijen niet meer mogelijk is. Deze inschatting moet je als maatschappelijk werker zelf maken. In feite moet je telkens “detectivewerk” doen: aftasten wat mogelijk is … iedere situatie is nieuw.
Uit de intervisies komen volgende nuanceringen naar voor, afhankelijk van de fase van dementie:
- als er nog gesprek en informatie-uitwisseling mogelijk is: betrek de persoon met dementie in het gesprek, stel vragen naar beleving, geef informatie, vraag naar wensen en voorkeuren i.v.m. te zetten stappen à betrekken in de besluitvorming
- als er nog contact mogelijk is, maar geen participatie in besluitvorming: zoek aanknoping en betrek de persoon met dementie in het gesprek, ga in op beleving, bouw empathie en vertrouwen op à belevingsgericht gesprek
- als er meer verzonken dementie is, dan eerder “klein” contact ifv geruststelling en menswaardig contact
- Je moet dus als mw’er tijdens een huisbezoek op een gegeven moment beslissen wat het doel is van het contact met de persoon met dementie: betrekken in besluitvorming, belevingsgericht gesprek, of contact in functie geruststelling