De samenwerking tussen hulpverleners en diensten onderling kan verschillende vormen aannemen. Om te beginnen kunnen we onderscheid maken naar de aard of het doel van de samenwerking:
Een tweede toevoeging heeft betrekking op de mate van formalisering. Het kan gaan om informeel contact, overleg of coördinatie op het niveau van de individuele hulpverleners. Of er kan sprake zijn van een structurele samenspraak tussen organisaties. In het eerste geval situeert de samenwerking zich op het niveau van de persoon van de hulpverlener. In het tweede geval gaat het om formele inter-organisationele samenwerking.
Uit de gesprekken met maatschappelijk werkers van de mutualiteiten komt naar voor dat er op veel plaatsen een grote bereidheid is om over de grenzen van de eigen organisatie heen informatie uit te wisselen en samen te werken in het belang van de thuiszorgsituatie.
Tegelijk kunnen we vaststellen dat er sprake is van een redelijk “onduidelijk landschap” rondom de thuiszorg-ondersteuning. Er zijn veel verschillende spelers, de onderlinge communicatie is niet gestructureerd, soms is er overlapping qua taken en profiel, anderzijds zijn er ook soms hiaten in het hulpaanbod, en tenslotte verschilt de mate van onderlinge afstemming en taakafspraken van gemeente tot gemeente.
Ondanks dit onduidelijk landschap en dankzij de goodwill en betrokkenheid van vele zorg- en hulpverleners wordt hier in veel gevallen een praktische mouw aan gepast en loopt de samenwerking (redelijk) goed. Maar er is zeker marge om deze samenwerking en de taakafspraken te optimaliseren.
We geven hier enkele suggesties en tips:
Tot slot geven we nog een aandachtspunt mee: bij samenwerking met andere professionele hulpverleners, is het belangrijk om ook te blijven kijken door de ogen van cliëntsysteem. Het gevaar bestaat immers dat we onder professionals snel van alles regelen en over het hoofd van de cliënten beginnen te werken. Dit in het oog houden is bij uitstek een aandachtspunt voor de maatschappelijk werk(st)er.
- Contact en informatie-uitwisseling
- Overleg: bespreking tussen verschillende partijen om gedragslijn en handelwijze voor de toekomst vast te leggen in een concrete thuiszorgsituatie
- Coördinatie: stroomlijnen van de inschakeling van verschillende diensten in een concrete thuiszorgsituatie
Een tweede toevoeging heeft betrekking op de mate van formalisering. Het kan gaan om informeel contact, overleg of coördinatie op het niveau van de individuele hulpverleners. Of er kan sprake zijn van een structurele samenspraak tussen organisaties. In het eerste geval situeert de samenwerking zich op het niveau van de persoon van de hulpverlener. In het tweede geval gaat het om formele inter-organisationele samenwerking.
Uit de gesprekken met maatschappelijk werkers van de mutualiteiten komt naar voor dat er op veel plaatsen een grote bereidheid is om over de grenzen van de eigen organisatie heen informatie uit te wisselen en samen te werken in het belang van de thuiszorgsituatie.
Tegelijk kunnen we vaststellen dat er sprake is van een redelijk “onduidelijk landschap” rondom de thuiszorg-ondersteuning. Er zijn veel verschillende spelers, de onderlinge communicatie is niet gestructureerd, soms is er overlapping qua taken en profiel, anderzijds zijn er ook soms hiaten in het hulpaanbod, en tenslotte verschilt de mate van onderlinge afstemming en taakafspraken van gemeente tot gemeente.
Ondanks dit onduidelijk landschap en dankzij de goodwill en betrokkenheid van vele zorg- en hulpverleners wordt hier in veel gevallen een praktische mouw aan gepast en loopt de samenwerking (redelijk) goed. Maar er is zeker marge om deze samenwerking en de taakafspraken te optimaliseren.
We geven hier enkele suggesties en tips:
- Zorg ervoor dat bekend is welke diensten betrokken zijn en over de vloer komen in een thuiszorgsituatie
- Het is aangewezen dat er in elke thuiszorgsituatie één aanspreekpunt is en dat deze persoon of dienst ook bekend is bij alle betrokken hulpverleners:
- Als de mantelzorger voldoende sterk is, kan dit de mantelzorger zelf zijn of een familielid of persoon in de nabije omgeving
- Als de mantelzorger zwak of afwezig is, dan is er een thuiszorgcoördinator nodig; dit kan wellicht best opgestart worden via een GDT of MDO, met afspraken over de coördinatie op langere termijn
- Als de mantelzorger kwetsbaar is, dan kan de mantelzorger zelf kiezen wie de rol van aanspreekpunt best opneemt, bv. thuisverpleging, Dienst Maatschappelijk Werk, …
- Een “centraal dossier thuiszorg” (in één of andere vorm) zou zeker een stap vooruit zijn. In afwachting kan het “zorg- of communicatieschriftje” een belangrijk hulpmiddel zijn om hulp- en zorgverleners onderling op de hoogte te houden. Het kost enige moeite om het in te vullen (zeker nu de meesten een eigen registratiesysteem hebben), maar het loont!
- Terugmelding naar de andere betrokken hulpverleners na een tussenkomst of interventie, of na het wijzigen of stopzetten van een bepaald hulpaanbod, zou een basis-reflex moeten zijn van alle professionals. Wat je graag hebt dat een ander voor jou doet, kun je dus meteen ook zelf in de praktijk brengen.
- MDO (multidisciplinair overleg) en GDT (geïntegreerde dienst voor thuisverzorging …) zijn belangrijke vormen van samenspraak en betekenen vaak een grote stap vooruit in een complexe thuiszorgsituatie. Neem initiatief hiervoor als de situatie er om vraagt.
- Zorg voor persoonlijk contact met hulp- en zorgverleners van andere diensten en met huisartsen in jouw regio. Eerstelijnswerkers die elkaar persoonlijk kennen, werken nadien gemakkelijker samen voor informatie-uitwisseling en overleg.
- Zorg ervoor dat andere diensten weten wat het aanbod en de dienstverlening is die de Dienst Maatschappelijk Werk levert (dit is meer dan financiële en administratieve dienstverlening waarvoor DMW historisch bekend is).
- Maak op lokaal niveau realistische taakafspraken over samenwerking en informatie-uitwisseling, op basis van wederzijds respect, gelijkwaardigheid. Hou hierbij rekening met sterke kanten, mogelijkheden en beperktheden van iedere dienst. Evalueer hoe dit loopt en pas zo nodig de afspraken aan.
- Maak tijd voor actieve opvolging van dossiers. Ook als het goed loopt in de thuiszorgsituatie is het wenselijk om toch op geregelde tijdstippen contact te nemen en samen met het cliëntsysteem een stand van zaken opmaken van het totale plaatje: hoe loopt alles, zijn er aanpassingen nodig … Een vast systeem van opvolging is winst.
Tot slot geven we nog een aandachtspunt mee: bij samenwerking met andere professionele hulpverleners, is het belangrijk om ook te blijven kijken door de ogen van cliëntsysteem. Het gevaar bestaat immers dat we onder professionals snel van alles regelen en over het hoofd van de cliënten beginnen te werken. Dit in het oog houden is bij uitstek een aandachtspunt voor de maatschappelijk werk(st)er.