Zoekend reageren is een belangrijk element uit de geïntegreerde belevingsgerichte zorg (Van der Kooij, 2002).
Vertrekpunt in elk contact met de persoon met dementie is een goede afstemming. De basisattitude is receptief, respectvol en regulerend:
Vanuit deze attitude ga je zoekend reageren. Je maakt voortdurend een inschatting van wat de ander nodig heeft. Maar ook in het reageren ben je zoekende. Het is een zoeken naar een gepaste reactie (keuze uit de rugzak aan mogelijkheden) teneinde ervoor te zorgen dat de persoon met dementie zich begrepen voelt én dat je net datgene geeft wat hij nodig heeft.
Meegaan in de belevingswereld
Je laat de eigen werkelijkheid los en tracht binnen te treden in de gevoelsmatige wereld van de persoon met dementie. Je gaat vanuit die werkelijkheid reageren. Het is dus niet de persoon in de hier en nu werkelijkheid brengen maar meegaan is zijn belevingswereld. Het is dus ‘niet corrigerend’ reageren.
Tegenwicht en overwicht
“Tegenwicht bieden gaat om een opstelling waarbij je, zonder te veroordelen, de persoon met dementie helpt om het negatieve, destructieve of dwingende gedrag los te laten en te vervangen door een meer positief, constructief en meewerkend gedrag.
Het gaat om het begrenzen van het gedrag met je eigen stevigheid. De persoon met dementie is als het ware de pedalen kwijtgeraakt en heeft niet meer de mogelijkheden om deze zelf terug te vinden. Dit is ook voor hem beangstigend en die angst verergert op zijn beurt het destructieve gedrag. In de ontmoeting met de hulpverlener die stevig weerstand biedt tegen deze storm, kan de persoon met dementie houvast terugvinden. Hij voelt dat er iemand is die zijn emoties wel de baas kan.
Tegenwicht bieden gaat dus niet om een machtsspel of om een strijd voeren. Het gaat er bijvoorbeeld wel om dat je de persoon naar een rustige plaats brengt (leidt), steeds opnieuw rustig je verwachting verwoordt, goed gepast en gedoseerd humor inbrengt die de spanning doet verminderen, … Het is begrenzen, maar met liefde.“
Appel / Stimulans
“Hulpverleners beseffen goed hoe belangrijk het is om de fysieke mogelijkheden van mensen te blijven aanspreken om zo hun motorische zelfredzaamheid zo lang mogelijk te laten behouden. Maar mensen hebben meer dan alleen motorische mogelijkheden. Er zijn ook de mentale mogelijkheden, de sociale mogelijkheden, de emotionele mogelijkheden, … Mensen kunnen nog denken en beslissen, kunnen omgaan met anderen, kunnen voelen en beleven en genieten, … Als je de persoon niet meer aanspreekt op deze dingen, dan betekent dat niet meer en niet minder dan dat je de persoon helemaal niet meer aanspreekt en dus dat hij voor jou in feite niet meer bestaat.“
Acceptatie / Prothese
“Het verlies van mogelijkheden is bij personen met dementie uiteraard onontkoombaar. Dit moeten we aanvaarden. Naarmate het dementieproces vordert neemt de hulpverlener steeds meer een ‘prothetische’ houding aan. Net zoals een prothese precies dat deel van het lichaam vervangt dat is weggehaald, neemt de hulpverlener datgene over wat de persoon met dementie niet meer kan (maar ook niet meer dan dat). De realiteitsoriënterende houding (ROH) is er een perfect voorbeeld van: je biedt, op een onopvallende manier, net die aanwijzingen die de persoon met dementie nodig heeft om verder te kunnen, om georiënteerd te blijven. Je voorziet de persoon met dementie van feiten, woorden en begrippen, neemt handelingen over, structureert de omgeving, de dag, de activiteiten, en helpt de persoon met dementie emoties en gedrag in constructieve banen te leiden.” (Van der Kooij, 2002)
“Je biedt dus ook een prothese op het emotionele vlak. Door gevoelens te benoemen bijvoorbeeld geef je de persoon met dementie nieuw op houvast wanneer zijn verdriet of zijn boosheid hem verwarren. Hij weet er niet mee om te gaan, kan ze geen plaats geven, weet niet waar ze vandaag komen. Door ze rustig te benoemen en te verklaren, krijgt hij opnieuw grip op de situatie. ..”
Vertrekpunt in elk contact met de persoon met dementie is een goede afstemming. De basisattitude is receptief, respectvol en regulerend:
- Receptief: De houding is open en ontvankelijk. Nadat je jezelf ‘leeg’ maakte, kan je contact zoeken met een zekere nieuwsgierigheid naar wat de ander meemaakt.
- Respectvol: De persoon kan en mag voelen, denken en willen. Je ondersteunt deze gevoelens, gedachten en motivaties. Zo voelt de persoon zich gewaardeerd als persoon.
- Regulerend: Je neemt leiding in het contact. Soms treed je probleemoplossend op, vaker ga je emoties helpen reguleren: gevoelens laten uiten, deze benoemen en helpen structureren. Bij overweldigende gevoelens hanteer je ze als het ware in de plaats van de persoon met dementie. De rust die je uitstraalt, geeft de persoon veiligheid.
Vanuit deze attitude ga je zoekend reageren. Je maakt voortdurend een inschatting van wat de ander nodig heeft. Maar ook in het reageren ben je zoekende. Het is een zoeken naar een gepaste reactie (keuze uit de rugzak aan mogelijkheden) teneinde ervoor te zorgen dat de persoon met dementie zich begrepen voelt én dat je net datgene geeft wat hij nodig heeft.
Meegaan in de belevingswereld
Je laat de eigen werkelijkheid los en tracht binnen te treden in de gevoelsmatige wereld van de persoon met dementie. Je gaat vanuit die werkelijkheid reageren. Het is dus niet de persoon in de hier en nu werkelijkheid brengen maar meegaan is zijn belevingswereld. Het is dus ‘niet corrigerend’ reageren.
Tegenwicht en overwicht
“Tegenwicht bieden gaat om een opstelling waarbij je, zonder te veroordelen, de persoon met dementie helpt om het negatieve, destructieve of dwingende gedrag los te laten en te vervangen door een meer positief, constructief en meewerkend gedrag.
Het gaat om het begrenzen van het gedrag met je eigen stevigheid. De persoon met dementie is als het ware de pedalen kwijtgeraakt en heeft niet meer de mogelijkheden om deze zelf terug te vinden. Dit is ook voor hem beangstigend en die angst verergert op zijn beurt het destructieve gedrag. In de ontmoeting met de hulpverlener die stevig weerstand biedt tegen deze storm, kan de persoon met dementie houvast terugvinden. Hij voelt dat er iemand is die zijn emoties wel de baas kan.
Tegenwicht bieden gaat dus niet om een machtsspel of om een strijd voeren. Het gaat er bijvoorbeeld wel om dat je de persoon naar een rustige plaats brengt (leidt), steeds opnieuw rustig je verwachting verwoordt, goed gepast en gedoseerd humor inbrengt die de spanning doet verminderen, … Het is begrenzen, maar met liefde.“
Appel / Stimulans
“Hulpverleners beseffen goed hoe belangrijk het is om de fysieke mogelijkheden van mensen te blijven aanspreken om zo hun motorische zelfredzaamheid zo lang mogelijk te laten behouden. Maar mensen hebben meer dan alleen motorische mogelijkheden. Er zijn ook de mentale mogelijkheden, de sociale mogelijkheden, de emotionele mogelijkheden, … Mensen kunnen nog denken en beslissen, kunnen omgaan met anderen, kunnen voelen en beleven en genieten, … Als je de persoon niet meer aanspreekt op deze dingen, dan betekent dat niet meer en niet minder dan dat je de persoon helemaal niet meer aanspreekt en dus dat hij voor jou in feite niet meer bestaat.“
Acceptatie / Prothese
“Het verlies van mogelijkheden is bij personen met dementie uiteraard onontkoombaar. Dit moeten we aanvaarden. Naarmate het dementieproces vordert neemt de hulpverlener steeds meer een ‘prothetische’ houding aan. Net zoals een prothese precies dat deel van het lichaam vervangt dat is weggehaald, neemt de hulpverlener datgene over wat de persoon met dementie niet meer kan (maar ook niet meer dan dat). De realiteitsoriënterende houding (ROH) is er een perfect voorbeeld van: je biedt, op een onopvallende manier, net die aanwijzingen die de persoon met dementie nodig heeft om verder te kunnen, om georiënteerd te blijven. Je voorziet de persoon met dementie van feiten, woorden en begrippen, neemt handelingen over, structureert de omgeving, de dag, de activiteiten, en helpt de persoon met dementie emoties en gedrag in constructieve banen te leiden.” (Van der Kooij, 2002)
“Je biedt dus ook een prothese op het emotionele vlak. Door gevoelens te benoemen bijvoorbeeld geef je de persoon met dementie nieuw op houvast wanneer zijn verdriet of zijn boosheid hem verwarren. Hij weet er niet mee om te gaan, kan ze geen plaats geven, weet niet waar ze vandaag komen. Door ze rustig te benoemen en te verklaren, krijgt hij opnieuw grip op de situatie. ..”